Het heeft soms zijn voordelen als je een vriendje hebt die in allerlei koren zingt. Al helemaal als één van zijn koren, Panchanter, gaat optreden in Tallinn (Estland), en hij als mede-organisator van tevoren op onderzoek uit moet – en ik mee mag!
We vliegen met Baltic Air via Riga (Letland) naar Tallinn; Baltic Air heeft zijn basis in Riga, vandaar de tussenstop. De vlucht naar Riga duurt ruim 2 uur, van Riga naar Tallinn duurt nog geen drie kwartier. Wachttijd in Riga was zo’n anderhalf uur, allemaal prima te doen.
Nergens paspoortcontroles, Estland hoort duidelijk bij de EU, ook wat geld betreft: sinds 1 januari is men over naar de euro.
Van het vliegveld naar het hotel is niet al te ver en zou volgens de boeken ongeveer 10 euro moeten kosten als je
met de taxi gaat. Ons ritje kostte uiteindelijk 30 euro, later horen we dat er een soort taxi-maffia hier is. Inwoners van de stad reizen heel bewust met maar een paar betrouwbare taxiorganisaties; zo niet dan ben je aan de goden overgeleverd.
We slapen in het hotel waar we begin juni met het hele koor en aanhang ook zullen slapen. Het is een erg leuk hotel, mooi ingericht en een prima kamer. Grappig is dat we eerst achter het hotel weer naar buiten moeten, een pleintje met een conferentiezaal erop moeten oversteken, en daarna pas bij onze kamer komen. Er zijn ook kamers gewoon ‘binnen’ zeg maar, wij hebben toevallig een buitenkamer.
Tegen half tien waren we in ons hotel, snel weer naar buiten op zoek naar een restaurant. We vonden er een: Olevi; vanaf de straat de trap af een kelder in. Het is een leuk ingericht restaurant waar we ook nog lekker ‘boar’ gegeten hebben.
Schuin onder het hotel zit een bar, daar hebben we nog een Ests likeurtje gedronken. Het deed erg veel denken aan het Utrechtse likeurtje, de baliekluiver.