Tagarchief: Moskou-Peking-2007

Vakantie: Moskou – Peking, dag 13

Eindelijk een keer op eigen gelegenheid wakker worden, we hoeven niet vroeg op. Buiten is het landschap totaal veranderd, we hebben de Gobi-woestijn achter ons gelaten en nu zien we veel landbouw. Er is hier dubbel spoor met elektriciteit, al hebben wij nog steeds een diesellocomotief. Het gekke is dat de treinen links van elkaar rijden, terwijl auto’s rechts rijden; later zien we ook dat roltrappen verkeerdom zijn: links naar boven en rechts naar beneden.

Kwart over twee komen we aan op het station in Peking, en worden we naar ons hotel gebracht waar we nog vier nachten zullen blijven. Eindelijk weer een eigen wc en eigen douche – zalig!

Na een heerlijke douche zijn we nog even gaan wandelen, ons hotel ligt op 20 minuten lopen van Tianamen Square, daar zijn we heen gewandeld. Wat opvalt in Peking is dat de stad groot en modern opgezet is, zeer brede straten, zeer grote gebouwen, veel moderne gebouwen, de stad voldoet totaal niet aan het beeld wat ik had, kleine straatjes met veel kleine winkeltjes a la Chinatown in een westerse stad.
Op en rond Tianamen Square is het allemaal zeer strak en clean, geen winkels, geen restaurants, alleen maar plein en gebouwen en een paar standjes waar je wat drinken kan krijgen. Er zijn zelfs vrijwel geen afvalbakken. Het plein is enorm groot: ongeveer 400 meter breed en 1 kilometer lang.

Het is extreem vochtig in Peking, de lucht is constant grijs alsof het continu mistig is. Het heeft onder andere te maken met het feit dat Peking vanuit drie richtingen omgeven is met bergen, de lucht blijft boven de stad hangen.

We zijn erg benieuwd naar het chinese eten, na een biertje op een terrasje op zoek naar een restaurant. In de straat waar wij liepen waren vooral hotels, allemaal enorm grote gebouwen met hun eigen restaurant. Uiteindelijk vinden we een restaurant onafhankelijk van een hotel – en het eten was heerlijk! Ik had een of ander rundvlees gerecht, Vincent had een zoetzuur vleesgerecht. De porties zijn als in Nederland, veel teveel dus.

Lees verder

Vakantie: Moskou – Peking, dag 12

Weer vroeg op, 5 uur ontbijt (waar maar weinig mensen geweest zijn), 6 uur voor de laatste keer de hobbelrit in de bus naar Ulaan Baatar, en even na achten in een Chinese trein onderweg naar China. Overdag in de trein (onze coupe-genoten waren toevallig dezelfde als onze tentgenoten) heb ik veel geslapen, gelukkig is de diarree grotendeels weer voorbij. De tocht richting de grens gaat een heel eind door de Gobi-woestijn, veel zand, maar ook groene stukken en water. Niet echt het standaard beeld van een woestijn.
Aangekomen bij de grens staan we eerst ongeveer een uur aan de mongoolse zijde. Paspoorten worden weer ingenomen en meegenomen ter bestempeling, en om voor ons de tijd te doden begint de trein te rangeren: vooruit, wisselen, achteruit en nog een paar keer. Een leuk pauzeprogramma.
Aan de chinese kant werden we warm onthaald: uit de luidsprekers op het perron klinkt vrolijke fanfaremuziek en staan een hoop officiele mannen en vrouwen keurig in het gelid voor de witte lijn, een groots onthaal! De paspoorten werden weer ingenomen en we rijden weer weg, dit keer om het onderstel te wisselen omdat de spoorbreedte in China smaller is dan in Rusland. In een loods worden alle wagons losgekoppeld en een stukje uitelkaar gezet, vervolgens tillen vier liften de wagons op waardoor de twee onderstellen, die zo goed als los van de wagon zijn, los staan en worden weggereden. De nieuwe worden eronder gereden (in de loods liggen beide spoorbreedtes) en de wagon zakt op zijn nieuwe onderstellen. De hele operatie neemt nog geen 2 uur in beslag; alle wagons worden weer aanelkaar gehaakt en we gaan terug naar het perron. Nadat we de paspoorten terug hebben mogen we nog even de trein uit. Bij vertrek om 0:57 staan de officials weer keurig op een rijtje en klinkt er weer fanfaremuziek.
In totaal heeft de grensovergang vijf en een half uur geduurd; eten is er niet van gekomen, maar echt honger heb ik nog steeds niet (Vincent wel).

Lees verder

Vakantie: Moskou – Peking, dag 11

Het werd een woelige nacht op het kamp, ruim de helft deed aan overgeven en diarree, zo ook onze tentgenoten, en dat terwijl het de hele nacht weer flink regende. Dat het regende was maar goed ook want menigeen kon het overgeven niet inhouden tot bij de wc’s…
Vincent en ik hadden geen problemen, maar van slapen is niet veel gekomen. En dat terwijl er weer excursies gepland waren, om half negen vertrek. Uiteindelijk gaan er maar 25 mensen mee van de 38 excursisten, onze reisleidster Hischi vraagt of wij een ‘light’ programma willen, en het antwoord is volmondig JA, inclusief lichte lunch. Eerst naar een boeddha tempel, daarna naar een ger-tentenmakerij.
Tijdens de lunch kwam de eigenaar van de restaurants waar we de dagen daarvoor gegeten hadden verontschuldigingen aanbieden, dat was in ieder geval aardig.
Het regende ’s ochtends nog licht, maar in de middag hield het op en kwam een dun zonnetje tevoorschijn. We zijn nog naar de zwarte markt geweest, een enorm groot terrein met heel veel winkeltjes waar je zo ongeveer alles kan kopen, van zonnepanelen tot varkenspoten, van satellietschotels tot alle soorten en maten kleding. Wel leuk en door de grootte wel bijzonder.

Het verkeer in Mongolie is een ongelofelijke chaos. Er schijnen verkeersregels te zijn, maar dat is niet te merken, je rijdt gewoon waar je rijden wilt, en een ander vooral geen millimeter ruimte gunnen. Een kruispunt oversteken is vooral een kwestie van stukje voor stukje vooruit tot anderen wel voor je moeten remmen, en natuurlijk veel, heel veel toeteren. Er zijn bijna geen onbeschadigde auto’s, zelfs met een volledig inelkaar gereden achterbak ga je gewoon de weg op.

’s avonds blijkt dat het verhaal van het ziek worden van het eten niet op gaat, ook mensen die niet mee waren gister zijn ziek geworden al voordat wij terug waren. Het is waarschijnlijk een virus geweest, ook Vincent en ik moeten er uiteindelijk aan geloven en we krijgen diarree…

Lees verder

Vakantie: Moskou – Peking, dag 10

Dit wordt de dag van de excursies, eigenlijk is het gekkenwerk maar goed, iedereen die ingeschreven heeft voor de excursies, is om 9 uur paraat bij de bus.
Eerst naar het grote plein voor het parlementsgebouw, vervolgens naar het museum over de geschiedenis van Mongolie en een lunch in de vorm van een mongoolse barbecue. Dat laatste is flink nep, de mongolen barbecue-en heel anders dan wat in dit restaurant gebeurt, het blijkt een amerikaans concept te zijn. Maar het was wel lekker, alleen wat veel voor een lunch.
Het weer werkt vandaag niet mee, het regent pijpestelen. Het verhaal gaat dat de regen wordt opgewekt door iets in de wolken te schieten, dit om de enorme bosbranden die her en der woeden onder controle te krijgen. De branden ontstonden door de enorme hitte die hier vorige week heerste, temperaturen tot 45 graden.

Na de luch zijn we naar het zomer- en winterpaleis geweest, het wordt niet meer gebruikt en is opengesteld voor het publiek. Vervolgens naar het monument voor de gevallen (russische) soldaten in de tweede wereld oorlog dat wat hoger gelegen is waardoor je een mooi uitzicht over Ulaan Baatar hebt. Dat wil zeggen als het weer meewerkt, alles was nu grijs.
Volgende onderdeel is een bezoek aan een kashmir fabriek, daar hebben we gezien hoe van bijvoorbeeld kameelhaar een trui gemaakt wordt. Dit vond ik het leukste, indrukwekkende machines en heel veel dingen die met de hand gedaan worden, weefmachines aan de gang houden, kledingstukken weven, aanelkaar naaien, wassen, strijken en inpakken. Enorm veel handwerk. Overigens zou de hele fabriek plat gaan als de Arbo-dienst uit Nederland langs zou komen…
Toen nog naar een folklore voorstelling, niet echt mijn ding; ik vraag me dan altijd af wat Japanners in Nederland als folklore show te zien krijgen, en wat voor muziek ten gehore gebracht wordt.

Laatste onderdeel was een maaltijd in een restaurant, het duurde vreselijk lang voordat we eten kregen, en het was ook nog eens niet echt lekker. Verder was er niemand die echt honger had.
Kwart voor elf waren we weer terug in het kamp, een ontzettend lange dag.

Lees verder

Vakantie: Moskou – Peking, dag 9

Weer een korte nacht, de wekker gaat om half zeven want als het goed is komen we half acht aan in Ulaan Baatar. Het wordt half negen.
Mongolie is vele malen groter dan Nederland, maar er zijn er maar 2.5 miljoen inwoners waarvan een miljoen in de hoofdstad Ulaan Baatar wonen. Als we na een ontbijt en geld wisselen (1500 Turuk voor 1 euro, er is zelfs nog muntgeld van onder de 1 Turuk) met in totaal 46 Nederlanders op weg gaan naar ons verblijf, zien we voor het eerst iets van het mongoolse leven. Het is een arm land en dat merk je aan bijvoorbeeld de infrastructuur: slechte tot zeer slechte wegen, en werkelijk overal ligt afval. Aan de buitenkant van de stad wisselen tenten en stenen huisjes elkaar af, het wonen in de zogenaamde ger-tenten is de traditionele manier van wonen. Een deel van de tenten heeft electriciteit, en her en der zie je satellietschotels naast een tent staan.
Buiten de stad worden de wegen nog slechter – en je moet nog tol betalen ook; gelukkig houdt de rotzooi langs de weg op (behalve in de buurt van dorpjes). De omgeving is heuvelachtig en redelijk groen met hier en daar plukken bomen.
Traditionele mongolen zijn nomaden, ze trekken met hun vee en tenten naar de gebieden waar genoeg gras is voor hun vee; ze trekken rond met paarden, koeien, schapen, geiten en yak’s – een soort langharige koeien. Daarnaast wordt veel kolen, koper en andere mineralen gedolven en geexporteerd, daar haalt het land aardig wat inkomsten mee binnen.

Na ruim een uur hobbelen in de bus komen we bij ons verblijf aan, het is een kamp dat is opgezet door de reisorganisatie Tiara Tours, we slapen met zijn allen in twee- en vier-persoons ger-tenten. De tenten zijn erg ruim van binnen, ze zijn rond en dat geeft veel ruimte. Er staan 4 traditionele bedden in, en nog wat meubulair zoals een tafel, wat krukjes en een hout-gestookte kachel. Sanitaire voorzieningen zijn in een centraal stenen gebouwtje, een grote tent is ingericht als restaurant; alles is prima in orde.

Aan het eind van de dag worden we meegenomen naar een rots in de vorm van een schildpad, ik ben niet echt onder de indruk; vervolgens zijn we naar een boeddistisch meditatiecentrum gebracht, dat wil zeggen dat de bus ons over een onmogelijk weggetje een heel eind brengt, en dat we het laatste stuk moeten lopen. Het meditatiecentrum ligt op een helling, eenmaal aangekomen heb je een prachtig uitzicht over het heuvellandschap. In de verte hoorden we een sopraan zingen, later zagen we haar zitten en zijn we er even naar toe gelopen, het is ongelofelijk hoe het geluid vanaf die plek door de bergen heen klinkt.
Als laatste zijn we op bezoek geweest bij een nomadenfamilie, iedereen had enige moeite om zomaar een tent binnen te lopen, maar uiteindelijk zaten we met een grote groep in een cirkel rond de kachel. Wij konden via de reisleidster vragen stellen aan de familie en omgekeerd, na afloop was er nog een fotosessie waarvoor de familie zich eerst nog even snel omkleedde.

De dag werd afgesloten met een maaltijd in de restaurant-tent en een paar glazen lekkere Mongoolse Chinghhis vodka.

Lees verder