Tagarchief: Kaapstad-2011

Kaapstad 2011/2: Naar Kaapstad

We gaan naar Kaapstad waar we de laatste 4 nachten van de vakantie doorbrengen.

De rit van vandaag gaat via langs de kustlijn, eerst opnieuw Hermanus, dan Betty’s Bay, en bij Gordons Bay linksaf richting Kaapstad.
Bij Hermanus liepen we al snel vast, het werd een heel lang stuk zeer langzaam rijden, het blijkt te komen door een stel stoplichten die elkaar kennelijk flink tegenwerken. Vermoedelijk is er ook veel vakantieverkeer, iedereen gaat er een lang weekeinde tussenuit.
Uiteindelijk komen we in Betty’s Bay aan, hier woont een kolonie pinguïns. Ze zitten in hele kluiten op de rotsen te zonnen, mijn eerste gevoel was dat het er erg veel zijn, maar het blijkt dat ze over een niet al te grote lengte van de rotsen zitten. Wel hutje mutje op elkaar, maar over een lengte van een paar honderd meter.
De beesten waren eerlijk gezegd kleiner dan ik had verwacht, de velen zagen er ook niet mooi uit. Dat komt omdat ze hun veren aan het wisselen zijn, en dat verklaart ook waarom ze op de rotsen zitten: zolang ze veren wisselen kunnen ze niet op vissen jagen en moeten ze teren op het vet dat ze afgelopen tijd opgedaan hebben.

Zuid-Afrikanen houden zich op de weg aardig aan de maximum snelheden, 120 of 100 buiten de bebouwde kom en 60 in de bebouwde kom. In de stad hebben kruisingen vaak vanuit alle richtingen een stop-bord zoals in Amerika; iedereen moet stoppen en om de beurt oversteken.
Er zijn maar heel weinig autosnelwegen, het meeste is dus tweebaans dat soms even driebaans wordt om inhalen mogelijk te maken. Daar waar het tweebaans is is de vluchtstrook vaak erg breed en die wordt dan ook volop gebruikt om elkaar in te halen. De ’trage’ auto gaat grotendeels op de vluchtstrook rijden, de snellere haalt in. Als de snellere voorbij is knippert hij een paar keer als dank met de alarmlichten.
Ik vraag me wel af hoe het hier rijden is buiten de vakantieperiode als alle vrachtauto’s op de weg zijn, we hebben er deze vakantie eigenlijk helemaal geen last van gehad maar bij gebrek aan treinen en rivieren zullen de meeste goederen toch over de weg vervoerd moeten worden.

We komen in Kaapstad aan, nu wordt het spannend, hoe vinden we ons hotel? We hebben geen TomTom met Zuid-Afrika kaarten, maar gelukkig heb ik een VincentVincent en die werkt net zo goed. Probleemloos komen we bij het hotel, ware het niet dat we het allerlaatste stukje niet in mogen omdat het eenrichtingverkeer is. Aan andere auto’s is te zien dat ze toch ook zo de straat ingereden moeten zijn, dus we doen het maar. Het gaat goed, nu nog een parkeergarage in met een smalle ingang en scherpe bocht. Lastig in een auto met het stuur aan de verkeerde kant.

Bij het inchecken blijkt dat de garage eigenlijk vol geboekt is, of ik maar even mijn autosleutel wil afgeven zodat ze de auto ergens anders kunnen parkeren. Schoorvoetend ga ik akkoord, hopelijk hebben we over een paar dagen nog een auto.

We wandelen naar de haven en zijn erg onder de indruk van de stad – zeer modern en luxe ingericht. Dit in tegenstelling tot de krottenwijken die kilometers lang langs de grote weg naar Kaapstad toe te vinden zijn. We zijn ook ten opzichte van de dorpen en steden waar we afgelopen tijd geweest zijn, in een heel andere wereld terecht gekomen. Mensen zien er veel hipper uit en de stad is veel minder blank dan we in de andere plaatsen zagen.
Onderweg naar de haven toe lijkt het rustig in de stad, maar bij de haven zelf is het een drukte van jewelste.

En dan een teleurstelling. We kijken rond bij de plek waar je rondleidingen kunt regelen voor Robbeneiland – en vinden daar een briefje waar op staat dat alles tot 5 januari vol geboekt zit. Dan zijn we alweer thuis – shit!

Op de terugweg lopen we over Long Street, een grote populaire straat met veel restaurants. We komen bij Mama Africa terecht en genieten van een lekkere Afrikaanse bobotie.

[smugmug url=”https://fotos.sietse.nl/hack/feed.mg?Type=gallery&Data=21157022_5f3zWs&format=rss200″ imagecount=”100″ start=”1″ num=”100″ thumbsize=”Th” link=”lightbox” captions=”true” sort=”true” window=”false” smugmug=”true” size=”M”]

Kaapstad 2011/2: Rustdag

We blijven nog een tweede nacht in Stanford en maken er een zeer rustig dagje van. Ontbijt, uitgebreid de tijd nemen in de badkamer, lezen, internetten en veel Wordfeud spelen.

Tijdens het ontbijt vraagt een voorbijganger aan ons of wij een Toyota Corolla hebben. Ja, die hebben we. Oh, dan krijgen jullie nu een parkeerboete. Huh? Waarom? We mogen daar toch wel staan? Ja, dat mag, maar dan wel met de neus de andere kant op, het is hier verboden de auto aan de andere kant van de weg te parkeren tegen de rijrichting in, dat had ik juist gister gedaan omdat daardoor de auto in de schaduw kon staan.
We vertellen het de baas van het Guest House, hij raadt ons aan om het gewoonweg niet te betalen, daar hoor je toch nooit meer wat van.

In de middag gaan we toch nog even op stap, een wandelingetje langs de rivier brengt ons richting wijnmaker Stanford waar we drie wijnen mogen proeven. Helaas krijgen we erg kleine glaasjes wijn om te proeven, daarom gaan we bij Madre’s Kitchen dat op hetzelfde terrein ligt nog maar een glaasje drinken.

Terug in het plaatsje Stanford belanden we op het terras van de bar/restaurant bij ons guest house en raken nog meer aan de wijn en Wordfeud; we blijven zitten er zitten tot na het eten.

De komende dagen zullen weer wat drukker zijn: Kaapstad bekijken en nieuwjaar vieren.

Het is trouwens opvallend hoeveel gelegenheden alleen voor lunch, of ontbijt en lunch open zijn; veel zaken gaan om vier uur ’s middags alweer dicht. Dat merk je ook op wijnproeverijen: tot 4 uur mag je aan komen waaien, om 5 uur gaat de tent echt dicht.

De accommodaties waar we tot nu toe geslapen hebben zijn allemaal zeer ruime kamers, hier in Stanford zelfs een woonkamer en slaapkamer voor ons tweeën. We zijn altijd ruim onder de honderd euro per nacht voor twee personen gebleven.
De meeste plaatsen waar we geweest zijn hebben geen hotels, je bent aangewezen op Bed&Breakfast en Guest House accommodaties. Die zijn dus echt uitstekend, en ook prima bij het toeristenbureau in het plaatsje waar je aan komt, te regelen. Kom wel voor vier uur, daarna is het bureau dicht.

[smugmug url=”https://fotos.sietse.nl/hack/feed.mg?Type=gallery&Data=21156930_MWWrrN&format=rss200″ imagecount=”100″ start=”1″ num=”100″ thumbsize=”Th” link=”lightbox” captions=”true” sort=”true” window=”false” smugmug=”true” size=”M”]

Kaapstad 2011/2: Zuidelijkste punt van Afrika

20111229-224145.jpgWe schuiven nog een stuk op richting Kaapstad, het doel is de plaats Hermanus – bekend van de walvissen die daar in het Zuid-Afrikaanse voorjaar te zien zijn. De kans is groot dat we te laat zijn, rond deze tijd zijn ze net verdwenen.

Maar eerst maken we een omweg via het zuidelijkste puntje van Het Afrikaanse continent bij het gehucht Agulhas. Daar komen we via de plaatsen Bredasdorp en Struisbaai – de namen hier brengen elke keer weer een lach op onze gezichten.
Het zuidelijkste punt is ook de scheiding tussen de Atlantische en Indische oceaan, volgens Vincent is er nogal een temperatuurverschil tussen beide wateren – hij heeft het zelf gevoeld. Leuk om hier geweest te zijn.
Het kan nog zuidelijker – Nieuw Zeeland en Chili gaan nog verder.

Door de omweg komen we in de tweede helft van de middag in Hermanus aan. Het is een langwerpig dorp van zeker zeven kilometer langs de kust en is blijkbaar erg populair: alle accommodatie zit vol volgens het toeristenbureau.
Helaas.
Waar moeten we nu nog wat vinden? Onderweg naar Hermanus kwamen we door het plaatsje Stanford, we besluiten terug te rijden in de hoop dat hier nog wel plek is. Volgens de Rough Guide sluit het toeristenbureau aldaar om vier uur, maar dat is het al geweest – op hoop van zegen. En die zegen is er, om twintig voor vijf komen we aan en staat het vrouwtje van het bureau met de sleutel in de hand klaar om af te sluiten. Ze wil ons nog wel helpen en niet veel later staan we met de koffers in een guest house.

Het plaatsje Stanford is zo mogelijk nog minder bedeeld dan Greyton, geen echte restaurants, alleen bar/restaurants. Er zit er een op nog geen 10 meter van waar we slapen, een prima plek voor een lekkere pizza.

Hier doet de WiFi het wel, zonder enig password zelfs…

[smugmug url=”https://fotos.sietse.nl/hack/feed.mg?Type=gallery&Data=21156916_HfXnSk&format=rss200″ imagecount=”100″ start=”1″ num=”100″ thumbsize=”Th” link=”lightbox” captions=”true” sort=”true” window=”false” smugmug=”true” size=”M”]

Kaapstad 2911/2: Slaapstadje Greyton

Over drie dagen worden we verwacht in Kaapstad, dan hebben we daar een hotelreservering. Een goede reden om alvast een flink stuk richting Kaapstad te rijden vandaag, en wel naar het plaatsje Greyton, zo’n 400 kilometer richting westen.
Om een of andere reden heb ik mijn dag niet, het wordt een stille tocht in de auto maar wel weer met mooie vergezichten. Het weer in de bergen is niet al te geweldig, gister was er ook al flink wat regen gevallen toen we in de grotten zaten, ook vandaag zien we veel buien in de bergen hangen waar we onderweg zelf ook een en ander van mee krijgen. Op zich niet erg, het maakt het autorijden qua temperatuur wat aangenamer.

De omgeving is duidelijk anders dan een paar dagen geleden, toen zaten we vooral in wijngebieden, nu in de landbouw. Het ziet er gelijk heel anders uit, veel graan zo te zien en veel stro- en hooirollen en -balen.

Greyton is echt een slaapstadje, er is één grote weg met een paar restaurantjes en winkeltjes, meer niet. Je kunt hier leuke fiets- en wandeltochten door de bergen maken, maar daar is het veel te laat voor als we in het dorpje aankomen.
Het guest house dat we vinden heeft een bubbelbad! Daar gaan we maar eens uitgebreid gebruik van maken voor we in de buurt wat gaan eten. Onze kamer binnen komen is een beetje vreemd, de deur heeft een normale hoogte maar het slot is kennelijk voor dwergen bedoeld.

Een lekker rustig dagje zo – mede omdat er geen internet is. Het is ons al een paar keer overkomen dat er wel WiFi is, maar dat er geen verbinding met internet is, dat is hier ook zo.

Wat me tot nu toe erg op valt is dat we blijkbaar in ‘wit’ Zuid-Afrika zitten, in de restaurants, bars en dergelijke zijn vooral blanken en gemengd-kleurlingen te vinden, de echt origineel zwarte bevolking zie je vooral als werklui. De restaurants, guest houses en dergelijke hebben allemaal blanke eigenaars die altijd een aardig aantal zwarten in dienst hebben, negentig procent van de gasten is ook blank. De apartheid mag dan zijn afgeschaft, dat betekent hier nog niet dat iedereen werk op hetzelfde niveau heeft.

Voor ons is Zuid-Afrika een lekker goedkoop land. Het is ons nog niet gelukt om in een restaurant een rekening te krijgen van meer dan 480 Rand, 48 euro (dat is exclusief tip, je wordt geacht 10% bij de rekening op te tellen). En dat voor ons samen, en in over het algemeen de wat betere restaurants.
Overigens is 480 Rand voor de gemiddelde (zwarte) Zuid-Afrikaan een flink kapitaal.

[smugmug url=”https://fotos.sietse.nl/hack/feed.mg?Type=gallery&Data=21156890_KQjGHz&format=rss200″ imagecount=”100″ start=”1″ num=”100″ thumbsize=”Th” link=”lightbox” captions=”true” sort=”true” window=”false” smugmug=”true” size=”M”]

Kaapstad 2011/2: Nationale borstendag?

Ontbijten, inpakken en wegwezen, we gaan naar Oudtshoorn.
Oudtshoorn ligt een stukje het binnenland in, eerst terug naar George en vandaar de pas weer over de bergen in. In George tanken we voor de zekerheid maar even, volgens de teller kunnen we nog 200 kilometer rijden maar benzinepompen zijn alleen in woonplaatsen te vinden en niet zomaar ergens langs de weg. Een liter benzine kost hier 10.40 Rand, dus ongeveer 1 euro per liter; kunnen we in Nederland alleen maar van dromen.

In Oudtshoorn aangekomen gaan we richting centrum om bij een toeristenbureau informatie te vragen. Die is dicht want tweede kerstdag is ook in Zuid-Afrika een nationale feestdag. Dat mag de pret niet drukken, tegenover dat bureau zit een restaurantje met daarbij een guest house. Terwijl we er langs lopen zit Vincent zich te vergapen aan de ijsjes die er op tafel staan en dan gebeurt het: hij stapt in een gat in de weg en valt, met een flink aantal schrammen op zijn knie en been tot gevolg. Om van de schrik te bekomen gaan we op het bewuste terrasje zitten en bestellen een kop koffie. Het is best een leuk plekje en we besluiten te vragen of we hier een nachtje kunnen blijven.
Vincent regelt een en ander en zegt tegen mij even de auto te halen want er staat een poort open waar we de auto kunnen parkeren. Ik geef een paar Rand aan de parkeerwachter en stap in de auto. En weer uit want waar ik was gaan zitten zit geen stuur en geen pedalen. Shit, haastige spoed…

Waarom zij we naar Oudtshoorn gereden? Het is bekend van grotten 25 kilometer verderop en de struisvogels. Doel van vandaag is: de grotten beleven.

En dat was een belevenis. Je kunt kiezen uit twee wandelingen in de grotten, de gewone en de avontuurlijke, we kiezen natuurlijk voor de laatste. We wisten dat het bijzonder moest worden maar toen we eenmaal de kaartjes hadden en de waarschuwingen lazen, toen wisten we zeker dat we aan een avontuur begonnen waren.
Voor de spannende route is het handig als je:
– lichter bent dan 85 kilo,
– geen last hebt van hoogtevrees,
– geen tas bij je hebt,
– door een sleuf van 27 centimeter hoogte kunt,
– niet ouder bent dan 50 jaar,
– en geen last van claustrofobie hebt.

Ik had een tas bij me met fotospullen en ben tegen de 83 kilo; Vincent is 50 jaar, heeft hoogtevrees en heeft zijn been bezeerd. Dat wordt lachen.

Ik breng mijn tas met fotospullen maar terug naar de auto, dat vind ik eigenlijk mijn grootste avontuur, een kapitaal aan spulleboel achterlaten in een land waar je constant wordt gewezen op (on)veiligheid; Vincent maakt zich vooral zorgen om zijn hoogtevrees.
Na een uur wachten mogen we dan eindelijk naar binnen, het eerste stuk is samen met de gewone tour, en simpel. Wel erg mooie formaties van stalactieten en stalagmieten; ook laat men zien met hoeveel licht de ontdekkers van de grot vroeger hun speurtochten moesten doen, vrijwel niks dus. Ook waren er toen geen mooie geplaveide paden en trappen zoals nu.

Al snel worden de avonturiers gescheiden van de rest en gaan we de diepere delen van de grotten in. Eerst gaat het via een steile trap omhoog en moet je door een smalle, lage doorgang. Daarna door een zeer lage ruimte, je moet er voorover gebogen en door je knieën gezakt doorheen (de back-breaker). De volgende onderneming is de Tunnel of Love, een zeer smalle doorgang waar je alleen zijdelings doorheen kunt.
Tot nu toe gaat het allemaal wel, ook redelijk kleine kinderen doen gewoon mee – sterker, omdat ze klein zijn passen ze overal makkelijk doorheen. Maar nu komt het lastigste, the Chimney (schoorsteen). Dit is een klein gat dat steil schuin omhoog gaat. Met enige moeite wurm je je in het gat waarna je met je rechtervoet op een richel moet gaan staan om je omhoog te duwen; vervolgens moet je je linker been omhoog tillen en steun zoeken met je knie. Is dat gelukt dan hang je licht voorover met je buik op de rotsen in het gat, nu moet je je met je handen aan de gladde wanden iets omhoog zien te werken en dan weer met je rechtervoet op een hoger punt weer steun zien te vinden. Is dat gelukt dan verandert het gat van rond naar smal en moet je met een rare draai verder zien te komen. Het lukt me redelijk, Vincent komt na mij en ik help hem hier en daar een stukje omhoog.

Het duurt even, maar op een gegeven moment is iedereen door het gat en gaan we richting letter box, de brievenbus. En dat slaat in dit geval op een smalle gleuf waar we allemaal doorheen moeten. Het is zoals gezegd 27 centimeter hoog, je kruipt er op je buik naar toe en als man ga je er eerst met je hoofd doorheen. Achter de opening van de brievenbus gaat het steil naar beneden, je laat je als van een glijbaan op de buik naar beneden zakken. Vrouwen gaan met de benen eerst door de gleuf want het is volgens de gids vandaag ‘not national boobs day (geen nationale borsten dag)’.

Hierna zijn we op het verste punt aangekomen en gaan we via een iets andere route weer terug. Het was echt een avontuur, maar je moet het niet doen voor de pracht en praal van de grotten, dat zie je het beste in het eerste deel van de route die voor iedereen toegankelijk is.

Dit keer is niemand blijven steken, maar dat schijnt wel eens te gebeuren. Ooit wilde een dik stel deze tocht ook doen, tegen alle adviezen in, en er raakte er een bekneld; het heeft tien uur geduurd om het probleem op te lossen, 23 anderen hebben zo lang moeten wachten voor ze weer naar buiten konden…

Vincent en ik zijn er beide erg trots op dat we dit gedaan en gehaald hebben!
Terug bij het guest house doen we ons tegoed aan een enorme berg ijs, heerlijk.

’s Avonds eten we struisvogel, onderweg van en naar de grotten hebben we ontelbaar veel van die beesten gezien, ze worden hier gehouden zoals wij dat met koeien, varkens en kippen doen.

Weer een zeer geslaagde dag.

[smugmug url=”https://fotos.sietse.nl/hack/feed.mg?Type=gallery&Data=21156859_t66F26&format=rss200″ imagecount=”100″ start=”1″ num=”100″ thumbsize=”Th” link=”lightbox” captions=”true” sort=”true” window=”false” smugmug=”true” size=”M”]