Tagarchief: Cuba-2010

Cuba 2010, dag 11: Kom je bij ons eten?

Aah, lekker uitslapen vanmorgen.
Gisteren hebben we bij het regelmannetje van het reisbureau, die bij ons hotel een kantoortje heeft, een wandeltocht voor vanmiddag geregeld. Hij raadde ons aan om die tocht vanochtend te doen omdat het dan nog niet zo heet is, maar dat betekende om kwart voor negen aantreden en daar hadden we geen zin in. Dus heerlijk uitgeslapen en na het ontbijt zijn we naar het dorpje Viñales gewandeld, een wandeling van twee kilometer bergafwaards. Daar hebben we geld gehaald (het blijft oppassen, het is elke keer zo op), koffie en weer twee kilometer naar boven naar het regelmannetje om de terugreis naar Havana, en de laatste twee nachten in hetzelfde hotel als de eerste nachten in Cuba, te regelen. Gelijk weer een gat in het net gehaalde geld geslagen, want dit moet uiteraard weer contant betaald worden. De bustocht van zo’n drie uur kost slechts 12 pesos, het hotel daarentegen 110 per nacht. Maar het is wel een van de mooiste, en mooist gelegen, hotels.
Nu nog even een nacht hier bijregelen, we hadden in eerste instantie maar 2 nachten betaald. Grote teleurstelling: het hotel vol! Het kan zijn dat er nog een afzegging binnen komt, hopen maar.

De wandeling begint uiteindelijk om vier uur ’s middags met een gids en twee Franse meisjes. De gids is een erg aardige man, hij vertelt honderduit en leidt ons door een prachtig stuk landschap. Onder andere zien we een tabaksdrogerij en laat iemand ons zien hoe je een sigaar maakt. In staatsfsbrieken mag je dat niet fotograferen, hier wel.
Hij vertelt ook dat negentig procent van de oogst naar de staat gaat; van de rest van de tabaksbladeren mogen de boeren zelf sigaren maken en verkopen. Zo schijnt alles hier te gaan, ook bijvoorbeeld de groenteopbrengst wordt naar centrale distributiepunten gebracht en verdeeld. Zo krijgen staatsrestaurants (lees: toeristenrestaurants) een deel van de oogst toebedeeld, maar niet alle groentes. Spersiebootjes en paprika kom je in een restaurant niet of nauwelijks tegen, als je bij particulieren eet wel.

De gids vertelde ons ook dat Cuba een prima opleidingssysteem heeft, iedereen moet naar school en mag naar de universiteit; het gevolg is dat niemand meer op het land wil werken – dat is zwaar handwerk bij gebrek aan fatsoenlijke machines.

De wandeltocht ging langs allerlei velden waar groente en fruit verbouwd wordt en door een ‘gat’ in een berg naar de andere kant daarvan. Erg leuk. Ook hebben we onderweg melk uit een kokosnoot gedronken met een scheutje rum, honing en wat grapefruitsap.
Wel flink zweten deze tocht in de hete namiddag, maar dat geeft niet.

Toen we gister aan kwamen stonden vele, vele mensen ons op te wachten om ons onderdak te bieden, maar dat wilden wij dus niet. Één jongeman had dat goed door en zei dat we bij hem ook lekker konden eten. Vanochtend, onderweg naar de bank, kwamen we hem weer tegen en spraken af dat we om half negen op een bepaald punt zouden zijn.
Zo gezegd, zo gedaan. Hij woont met zijn familie een beetje achteraf en verhuurt twee kamers; ma kookt voor de gasten – en dat doet ze erg goed, een heerlijk visje, groente, rijst, zwarte bonen en fruit als toetje.
Vooraf kregen we nog een mojito, maar daar moesten we even op wachten: de muntblaadjes moesten eerst per fiets gehaald worden…

Lees verder

Cuba 2010, dag 10: De vuurvliegjes

Helaas weer vroeg uit de veren voor onze busreis die zonder problemen verloopt; tegen half vijf zijn we in Viñales. Onderweg hadden we in de Rough Guide een hotel uitgezocht, eentje met een prachtig uitzicht over de vallei. Aangekomen op het busstation komen we bijna de bus niet uit, het staat vol met mensen die je proberen te lokken naar hun eigen casa particulares. Zo erg hebben we het nog niet meegemaakt, je kunt honderd keer zeggen dat je geen belangstelling hebt en dat je naar een hotel gaat maar ze blijven om je heen hangen.
Uiteindelijk verschijnt een taxi en zijn we van deze lui verlost.

De rit brengt ons twee kilometer buiten het dorpje; we hebben het hotel niet gereserveerd en moeten maar hopen dat er plek is. Dat is geen punt, het is laagseizoen en de prijzen zijn op hun laagst: de duurste tweepersoonskamer is 66 pesos. Aangekomen op deze kamer zijn we met stomheid geslagen, de Rough Guide had het al over een prachtig uitzicht, maar dit slaat alles: de vallei met Viñales als belangrijkste dorpje ligt werkelijk schitterend voor ons.

We regelen een paar tripjes voor de komende dagen en gaan eten bij het hotel, ook vanaf het terras van het restaurant is het uitzicht adembenemend en maken we de zonsondergang mee. Als het donker is zien we vuurvliegjes voorbij komen.

Wat zijn we blij dat we geen casa particares genomen hebben!

Lees verder

Cuba 2010, dag 9: Zoek de Cubaan

Het plan is dat er hier in Varadero twee nachten blijven, morgen alweer weg richting Viñales, een plaatsje dat in een schitterende vallei moet liggen.
We gaan weer naar het busstation om kaartjes te kopen; er is geen directe bus, we krijgen een overstap in Havana. Dit is volgens de dienstregeling prima te doen.
Het vrouwtje van de busmaatschappij wil het wel voor ons regelen – maar dat gaat niet zomaar. Hier in Varadero heeft ze geen zicht op de bezetting van de bus Havana-Viñales en dus moet ze bellen. Na een stuk of wat pogingen lukt dat en gaat ze vier reserveringskaartjes aanmaken die grotendeels met de hand ingevuld moeten worden.

Het resort waar wij zitten ligt op een schiereiland met mooie stranden – al moet ik zeggen dat ik het strand bij Trinidad mooier vond. En het voelt echt alsof je hier op een eiland zit, alleen maar toeristen, geen Cubaan (uitgezonderd de bediening) te bekennen. Er zijn erg veel jongelui en die maken behoorlijk veel lawaai, in het zwembad en bij de bars; op het balkon van hun hotelkamers draaien ze luide muziek. De jongelui klinken als Amerikanen, maar die mogen hier vanwege de boycot eigenlijk niet komen – misschien is er voor hun een truuk om hier te komen, of het zijn gewoon geen Amerikanen.
Het complex is van alle gemakken voorzien: bars, restaurants, sportfaciliteiten, zwembaden en nog veel meer.

We brengen de middag op het strand door, ook al niet rustig want bij het strandbarretje staat een luidspreker bloedhard muziek te spelen.
Het is wel grappig dat je zoveel cocktails kan drinken als je wilt – het kost niks.

Nog een paar ongemakken: er is geen warm water in de douche, veel restaurants van het complex zijn dicht (waarschijnlijk vanwege het laagseizoen) en het barst van de muggen – blij dat we deet bij ons hebben.

Leuk om dit meegemaakt te hebben, blij dat ik morgen weer tussen de Cubanen zit!

Lees verder

Cuba 2010, dag 8: Het ziekenhuisbandje

Het vrouwtje van Léon is wat betreft de kamer niet duur: 40 pesos voor twee nachten, maar met twee keer ontbijt, een maaltijd, een paar biertjes en een fooi verdubbelt de prijs bijna.
Ach, we hebben hier een prima tijd gehad.

We hebben gekozen voor de middagbus naar Varadero – lekker rustig aan de dag beginnen. De bus vertrekt tegen drie uur en komt uiteindelijk rond negen uur ’s avonds aan bij het busstation Varadero. Vandaar worden we voor een paar pesos met een pendel, die via alle grote hotels gaat, naar onze plaats van bestemming gebracht. Snel inchecken en naar het buffet dat om tien uur sluit.

Ik zit voor het eerst in een all-inclusive hotel, alle eten en drinken is inbegrepen. Je krijgt een polsbandje om dat me doet denken aan een ziekenhuispolsbandje; in dit geval mag je aan de bars en op het strand van alle voorzieningen compleet kosteloos gebruik maken. Hier gaan wij ons morgen mee vermaken.

Hoe brengen Cubanen hun dag door?
Uiteraard overdag werken en naar school, maar ’s avonds is er weinig voor ze te doen. Veel mensen zitten tv te kijken die ze behoorlijk luid aan hebben staan. Deuren van huizen staan open, je kunt dan als het buiten donker is bij hun naar binnen gluren. Veel huizen zijn kleine hokjes waar alle meubilair dicht opeengepakt staat.
Buiten zie je hier en daar mannen bordspellen doen, kinderen spelen honkbal op straat; als ze geen bal hebben dan met bijvoorbeeld een flessendop.
Voetbalvelden (of sportvelden in het algemeen) zie je niet of nauwelijks, her en der een verdwaald basketbal- of honkbalveld.

Scholen zijn leuk om te zien, ze zitten vaak gewoon aan een straat en hebben de ramen open. Je kunt naar binnen kijken en een stukje van de les meemaken.

Vervoer is problematisch; auto’s zijn er maar weinig en die kun je in een paar klassen verdelen: de privé-auto, de staatstaxi’s en de huurauto’s.
Privé-auto’s zijn vaak ouderwetse amerikaanse jaren ’50 auto’s, meestal in een staat die wij wrak zouden noemen, maar men rijdt er gewoon mee. Sommigen zien er wat beter uit; ook zijn er die als privé-taxi gebruikt worden. Andere privé-auto’s zijn vaak lada’s, maar ook niet van deze tijd.
Staatstaxi’s variëren van oudere lada’s tot moderne westerse auto’s, voor de meeste Cubanen onbetaalbaar en vooral bedoeld voor de toeristen.
Huurauto’s zijn ook moderne westerse auto’s en hebben een rood nummerbord zodat ze goed te herkennen zijn; ze zijn alleen voor toeristen.

Er rijden treinen in Cuba, maar veel daarvan ook niet; inter-provincietreinen schijnen wel goed te rijden, lokale treinen kun je ongeveer vergeten: die rijden niet meer. Kaartjes kopen op zich is al een zware onderneming.

Busvervoer is er in meerdere smaken. Lokale bussen zijn zeer oude bussen geïmporteerd uit allerlei landen (ook uit Nederland) en zitten altijd stampvol. Inter-provinciale bussen zijn er in twee smaken: die voor Cubanen en die voor toeristen. De toeristenbussen zijn luxe bussen en rijden van grote stad naar grote stad; met zo’n lijndienst zijn we van Trinidad naar Varadero gereden.

Het eten van een Cubaan is niet echt gevarieerd, buitenlandse keukens kennen ze niet of nauwelijks. Bijna overal krijg je rijst met bonen als basis; vlees is kip-, varkens- of rundvlees zonder al teveel poespas met kruiden of bereidingswijzen; groentes en salades zijn ook niet erg gevarieerd. Maar het went snel en als je dan wat variatie krijgt dan is dat ook meteen lekker. Ook vis staat vaak op het menu, maar om een of andere reden eet je dat niet vaak.

Het eten hier op het resort is dan ook even schrikken – veel variatie, veel kruiden. En veel eten!

Lees verder

Cuba 2010, dag 7: De kapper

We ontbijten bij onze casa particulares Léon en zoals verwacht krijgen we een heerlijk en uitgebreid ontbijt; helemaal goed.
Daarna op weg naar het reisburootje alwaar de trip richting de waterval begint. Het eerste deel van de trip wordt op een vrachtwagen afgelegd; de laadbak is gelukkig met stoeltjes uitgerust, maar erg comfortabel is het niet, mede door de slechte staat van de weg. Onderweg in de bergen komen we een andere truck tegen zonder stoeltjes – hij is echt helemaal afgeladen met staande mensen, het had slechter met ons gekund.

Na een ritje van ongeveer drie kwartier komen we aan het begin van het natuurpark en onze reisleider gaat het gebruikelijke papierwerk afhandelen. Vervolgens nog ergens koffie en dan nog drie kilometer bergafwaarts wandelen richting de waterval. Met zijn dertienen leggen we de wandelroute af en compleet nat van het zweet komen we bij ons doel; er is een meertje, de liefhebbers kunnen er een duik nemen, het is liefst negen meter diep.

De weg terug is zwaarder: berg op. Nog bezweter dan we al waren komen we uiteindelijk weer boven en gaan we lunchen met de groep. Alweer prima eten.

Een heerlijke aktieve dag zo, we hebben niet de mooiste waterval van de omgeving gezien maar zijn wel lekker aan de wandel geweest.

Na een paar mojitos op het grote plein wandelen we naar huis en komen we langs een kapper. Vincent had in Nederland geen tijd meer gehad om zijn haar te laten knippen en was van plan dat hier te laten doen. We liepen langs de kapper en riepen dat we morgen langs zouden komen, maar dan zijn ze dicht – dus gelijk maar even dan. Eenmaal bezig met Vincent kreeg ik ook de vraag of ik geknipt moest worden; navraag leerde dat de prijs drie CUC’s zou zijn, dus nog geen drie euro. Ik ook in de stoel dus, en we zijn erg tevreden over het resultaat.

Ons vrouwtje heeft op verzoek om half acht ’s avonds het eten klaar en ze dient het prachtig opgemaakt op; de kip smaakt prima – een mooie afsluiting van een heerlijke dag.

Lees verder