Tagarchief: Istanbul-2009

Istanbul dag 2: Hamam

De tweede dag begint met een verhuizing, we gaan naar een iets kleinere maar luxere kamer. Het ontbijt in ons hotel Sarniç is niet bijzonder maar wel te doen.

Het eerste doel van vandaag is de blauwe moskee, maar dat gaat gelijk mis: er wordt gebeden en we mogen pas over anderhalf uur naar binnen. Dus maar doorgelopen naar de moskee/kerk Aya Sofya, ons eigenlijke tweede doel. Volgens de Rough Guide kent dit gebouw een rijke historie: vele malen veroverd, vernield en verbouwd. Op dit moment wordt het ook gerenoveerd omdat Istanbul volgend jaar culturele hoofdstad is. De binnenkant kan inderdaad een flinke opknapbeurt gebruiken.
Doordat het paleis vele malen veroverd en verbouwd is zie je islamitische en katholieke dingen naast elkaar – bijzonder.

Het derde doel is een ondergrondse wateropslag, de Yerebatan Sarniçi. Het is een grote ruimte met 336 pilaren die in het water staan; er zijn wandelpaden boven het water gemaakt voor de toeristen, de pilaren zijn in de donkere ruimte mooi verlicht.

Op naar ons eerste doel: de schoenen gaan in een plastic zakje mee de blauwe moskee in. Het eerste wat opvalt is dat de moskee van binnen ook niet echt blauw is: een rood tapijt op de grond en wat mozaïeken aan de muur die (inderdaad) blauwe structuren bevatten. Het is een grote ruimte, uiteraard met een apart gedeelte voor de vrouwen. Er is verder weinig te zien, niet een plek om lange tijd rond te hangen.

We willen nu per tram de Gouden Hoorn oversteken naar het stadsdeel Beyoglu. Je kunt hier met een soort OV-kaart reizen, alleen als we zo’n kaart willen kopen worden we van hot naar haar gestuurd – tevergeefs want er zijn technische problemen. Dan maar losse muntjes gekocht à 1,50 Tl (ongeveer 75 cent).
De reis gaat prima, en aan de andere kant van de brug met een kabeltrammetje naar boven alwaar we in een grote winkelstraat terecht komen. Hier drinken we ergens een cocktail die totaal anders smaakt dan zoals het hoort, Turkije is geen cocktailland.

We besluiten voor het eten naar een hamam te gaan, het wordt het badhuis GalataSaray. Bij binnenkomst moet je kiezen uit een menu: wil je gesopt worden, wel of geen schuim, wel of geen massage enz. Ik ga voor de full-service. Schoenen uit, slofjes aan, naar een kleedhokje, uitkleden en lendendoekje om. Uit het kleedhokje ga je richting de badkamer, weer andere slofjes aan. We mogen gaan liggen op een enorme verwarmde stenen tafel en na enige tijd komt er een stevige Turk op me af die me begint in te zepen en te masseren – en wel zeer hardhandig. Daarna worden we met een ruw washandje afgeboend en vervolgens ingezeept; afspoelen gebeurt met een paar flinke pannen met water.

We blijven nog even zitten en kijken met veel leedvermaak toe hoe de volgende gasten afgewerkt worden.
Na een kopje thee weer aankleden, enige dissonant was dat terwijl je je aan het aankleden bent, iemand binnen komt en alvast een tip voor de masseur komt vragen.

In deze buurt nog wat eten en drinken, met een andere kabeltram naar beneden en weer terug naar het hotel.

Lees verder

Istanbul dag 3: de schoenenpoetsers

Zo rond half twaalf zijn we er klaar voor: we gaan de stad in richting paleis Topkapi, het ligt op niet meer dan een kwartiertje wandelen. Het paleis stamt uit de 18e eeuw en is groots opgezet, het bevat vele honderden kamers. Er is onder andere een harem-gedeelte dat alleen al 400 kamers telt.
Op een terrasje van het kasteel hebben we een kopje koffie gedronken met een prachtig uitzicht op de Bosphorus en de monding van de Gouden Hoorn.

Vanuit het paleis zijn we via het aangrenzende park naar het treinstation gelopen. Onderweg kwamen we een schoenenpoetser tegen die zijn borstel verloor. Vincent zag het en riep de man, hij raapte zijn borstel op; wij liepen door en hij ook, maar even later kwam hij terug en zei dat hij gratis de schoenen van Vincent wilde poetsen. Terwijl hij daarmee bezig was verschijnt plotseling een tweede poetser en die begint aan mijn schoenen. Die van Vincent is klaar en troggelt Vincent toch nog 20 TL af (bijna een tientje). Als die van mij klaar is wil hij ook geld zien, ik geef hem ook 20 TL maar daar is hij niet tevreden mee: dat is voor één schoen maakt hij duidelijk. Jaja, we lopen weg in de hoop dat er geen bonje van komt.

Na een kort bezoek aan het station lopen we naar de Grand Bazaar, een enorm groot winkelcentrum met wanzinnig veel kleine winkeltjes met (in mijn ogen) alleen maar prullaria. Leuk om gezien te hebben, maar niks gekocht.
We zijn er kennelijk rond theetijd, je ziet allerlei mannetjes rondrennen met dienbladen waarop kopjes thee staan. Ze brengen ze naar de winkeliers, en even later halen ze de lege theeglazen weer op.

We gaan eten in een buurt met alleen maar visrrstaurants, zo’n 40 stuks bijelkaar. De concurrentie is moordend, bij elk restaurant word je aangesproken en proberen ze je naar binnen te lokken (eigenlijk gebeurt dit overal in Istanbul, maar hier zijn ze het ergst). We kiezen er een uit en hebben heerlijk gegeten.

Lees verder